Zoals de meeste familieleden misschien wel weten zijn Kees, Ida en Wim bezig met een boek over de Kempermannengeschiedenis.
Tijdens hun onderzoek kwamen zij Derk Jan Kemperman tegen,geboren in 1787.
De man was een waar genie, echter financieel was hij een warhoofd. In het Kempermannenboek wijden zij er een heel hoofdstuk aan. Maar zoals gezegd was Derk Jan financieel een warhoofd. Hij kwam dan ook in Veenhuizen terecht. Dit staat bekend als het Pauperparadijs.
Via het archief in Assen, waar men wist dat ze met een onderzoek naar Derk Jan bezig waren, kregen ze van het museum in Veenhuizen het verzoek om mee te doen aan een tentoonstelling;
Daar heeft zijn verhaal een mooie plek gekregen. Een foto van Wim dient als nazaat van Derk Jan Kemperman. Hij is daarmee in goed gezelschap.
Vrijdag 21 juli was de officiële opening.
Je zult nu wel nieuwsgierig zijn naar het boek dat binnenkort gaat verschijnen.
Maar de tentoonstelling in Veenhuizen is je bezoek nu al meer dan de moeite waard!
Wat een schitterende ontdekking om zo’n oude voorvader tegen te komen en dan nog wel een met zoveel technisch verstand. Jaren terug heb ik het boek HET PAUPERPARADIJS gelezen, heel indrukwekkend en nu blijkt dat deze voorouder daar heeft gewoond, vind ik dat allemaal heel bijzonder. We zijn van plan er deze zomer toch eens te gaan kijken. Ik ben intussen wel heel erg benieuwd naar HET BOEK. Lieve groet van Ada.
KAAS
'Allemachtig, wat een stank', moppert mijn lief, terwijl hij snel de deur van de koelkast
dicht klapt.
'Zijn dat je sokken?, vraag ik onder de indruk.
'Nee, die ruiken naar pepermuntjes, dat weet je toch', reageert hij lachend.
Maar de geur die er nu bij ons uit de koelkast komt, lijkt wel verdacht veel op die van het
stuk kaas dat we lang geleden in Kopenhagen op de kop tikten. In mijn herinnering
smaakt ie nog net zo voortreffelijk, maar stinkt ie ook nog net zo vreselijk als toen.
Noodgedwongen bewaren we dit stuk kaas bij de gasfles op het achterschip, zo ver
mogelijk uit de buurt van de kajuit. Het allerlaatste stukje kaas sealen we tenslotte
zorgvuldig dicht voor we het met plastic handschoenen aan in de afvalbak dumpen. Dan
nemen we afscheid van de havenmeester, de kroegjes aan Nyhavn en de karakteristieke
groenkoperen torens van de stad. Als we langs de kleine zeemeermin de haven uit zeilen en
ik haar een laatste kushandje toewerp, zie ik haar zachtjes zwaaien met haar vissenstaart:
'Farwel og pâ gensyn'.
Wat een schitterende ontdekking om zo’n oude voorvader tegen te komen en dan nog wel een met zoveel technisch verstand. Jaren terug heb ik het boek HET PAUPERPARADIJS gelezen, heel indrukwekkend en nu blijkt dat deze voorouder daar heeft gewoond, vind ik dat allemaal heel bijzonder. We zijn van plan er deze zomer toch eens te gaan kijken. Ik ben intussen wel heel erg benieuwd naar HET BOEK. Lieve groet van Ada.