Rhenen: In memoriam de waslijnconiferen/thuja’s

Dood is voor altijd hè mam? Vroeg een zesjarig meisje aan haar moeder en ze keek haar vragend aan. Ja, zei ze, dood is voor altijd; het leven is maar eenmalig, sprak zij in haar grote mensentaal. Ze beet op haar onderlip, het gesprek stokte.

Waar dachten die twee aan, beiden veel te jong om je er zorg over te maken. Een cavia gaat dood, een hond ook. Planten gaan dood, bomen ook. Sommige bomen kunnen wel honderd jaar worden, eik, beuk, esdoorn, maar ooit gaan ze dood. Bomen, die wij lang hebben zien groeien, nestelen zich bijna vanzelf in het geheugen van ons mensen en blijven er een mensenleven lang zitten. Anderen heugen wij ons, omdat ze werden gebruikt als schommel. Weer anderen werden gebruikt als hulpje in de huishouding, waslijn-draad-dragers van voormalige bewoners zoals de fam. Iterson, Wolf en Kemperman. Die fijnspar en de twee thuja’s zitten om die redenen in ons geheugen; ze schieten geen wortel, maar verblijven er wel. Soms een leven lang. De thuja’s waren sterke stevige in de grond verankerde bomen van misschien wel honderd jaar oud. De plek waar ze stonden daar kon geen droogtrommel tegen op. Het groei-jaar 2018 was warm en droog. De zon op de bast van de thuja’s heeft de opgaande sapstromen zodanig gefrustreerd, dat de dood het won van het leven. Het groei-jaar 2019 is voor deze twee thuja’s niet goed meer op gang gekomen. Nog een paar maanden kwijnen en dan is het afgelopen met die twee thuja’s. Geveld door de zon, geveld door het gebrek aan water en straks geveld door een kettingzaag en gekliefd door een bijl, maar zolang wij leven, blijven ze leven in ons geheugen. Het is een schrale troost voor die twee, maar het is toch nog iets. Echt dood zijn ze pas als wij ze zijn vergeten. Het leven is, ook voor een boom, maar eenmalig. Dood is voor altijd. De overige oude bomen leven en groeien er lustig op los, zoals er zijn: de rode beuk, de inlandse eik, de fijnspar, de esdoorn, de paardenkastanjes, de Spaanse aak, de hulst, de prunus en de acacia’s. Ik hou u op de hoogte.

Vr.Gr. B.A.R.T. A.J.Kemperman..
Het lijkt wel of de thuja’s zo lang als ik ze ken geen centimeter zijn groeit. Dat zijn ze waarschijnlijk vergeten, ze hadden het te druk met de waslijnen.
Krijgen de stammen nog een tweede leven of wordt het een vuurtje.
Groeten Wim
Zo zie je maar weer, thuja’s zijn net mensen, kunnen ook niet zo goed tegen de hitte.
Die grote bruine beuk is in de tijd dat ik even niet oplette, nog veel groter geworden, zo te zien. Wat gaf die boom heerlijk veel schaduw.
Bart bedankt voor de informatie.