pagina 4
In Dar Es Salaam
In Dar Es Salaam hebben we 1 nacht in een hutje op het strand geslapen en op de ochtend van dag 17 zijn we met de trein naar het Selous Game Reserve gereden. Dit park in het zuiden van Tanzania is ongeveer 20% groter dan Nederland en is ook weer prachtig. Het voordeel van dit park is dat je hier minder andere toeristen tegenkomt. Nadeel is dan weer dat daardoor het wild veel schuwer is dan in de andere parken en je ze dus ook minder ziet. Wat ook erg mooi is van Selous is dat we hier wel uit de auto’s mochten. We kregen bij de ingang van het park een gewapende gids mee die 2 dagen bij ons blijft. Met haar hebben we 2 keer een wandelsafari gemaakt. Dit is toch wel de mooiste manier om op safari te gaan. Het idee dat al dat wild hier rond loopt terwijl wij daar gewoon aan het wandelen zijn is heel bijzonder. Tijdens de middag safari van onze eerste dag in Selous zijn we al wandelend impala’s, zebra’s en gnoes tegengekomen. Maar het mooiste was toch wel de mannetjesolifant die we tot op ongeveer 100 meter konden naderen. In dit park gingen we trouwens echt helemaal “back to basic”. Er was wel een toilethuisje maar dat was zo klein en smerig dat niemand zijn/haar behoefte in dit huisje durfde te doen. Een douche was er al helemaal niet en dat was wel erg jammer. Omdat het in Selous een stuk warmer en vochtiger was dan in de noordelijke parken waren we behoorlijk bezweet na de wandeling. Voordat we gingen slapen hebben we ons “gewassen” met een paar opfrissingdoekjes en toen zijn we toch maar onze slaapzak ingedoken.
De volgende ochtend hebben we de tweede wandeling gemaakt. Dit keer hebben we een paar waterbokken gezien en een kudde van ongeveer 25 gnoes die steeds op ongeveer 50 meter bleven staan. Iedere keer als wij een paar stappen dichterbij kwamen gingen ze er weer vlug vandoor om dan weer te blijven staan kijken waar wij heen gingen. Toen we weer terug wilden lopen naar ons kamp kregen we grootste verrassing van deze reis voorgeschoteld. Onze gids wilde ons een greppel laten oversteken om de kortste weg naar het kamp te nemen. Alleen moest ze nog even de juiste oversteekplaats zien te vinden. We liepen bij dat zoeken langs een andere dichtbegroeide greppel en konden op een gegeven moment niet verder. Toen we omdraaiden om er om heen te lopen hoorde we ineens een oorverdovend gebrul. Suzanne zag als eerste aan de overkant van de greppel (op een meter of 10 !!! ) 2 leeuwen opspringen en aan hun kant naar boven klauteren. Wij hadden dan wel een gewapende gids bij ons maar of we daar nou echt veel aan gehad zouden hebben vragen we ons nog steeds af. Onze reisleider vertelde aan het eind van de reis dat dit het spannendste moment was dat hij ooit had meegemaakt als reisleider.
De dag daarna hebben we geslapen in een “tented camp” (een grote tent op palen) aan een rivier vol met krokodillen en nijlpaarden. Daar vandaan hebben we ’s avonds een bootsafari over de rivier gemaakt. Het is toch wel spannend om zo dicht langs nijlpaarden te varen. Ze hebben namlijk de neiging om plotseling onder te duiken en je hebt dan geen idee waar en wanneer ze weer bovenkomen. Vooral als je weet dat nijlpaarden de meeste dodelijke ongelukken veroorzaken in Afrika dan hoop je iedere keer maar weer dat het goed gaat. De volgende ochtend hebben we onze laatste gamedrive gemaakt waarin we vooral veel giraffen en impala’s zijn tegengekomen.
’s Middags zijn we in ongeveer 40 minuten naar Zanzibar gevlogen om nog even lekker drie dagen na te genieten van deze reis. Aangezien Suzanne en ik alletwee niet van die strandtypes zijn hebben we hier nog 2 excursies gemaakt. Op dag 21 hebben we een ‘spicetour’ over het eiland gemaakt. We begonnen de tour op de plaatselijke markt. Vooral de vleesmarkt, waardoor bijna iedereen spontaan vegetarisch werd, was indrukwekkend. En ik moet eerlijk zeggen dat ik die gevilde koeienkop met de tong eruit ook niet echt smakelijk vond. Daarna zijn we in een busje vertrokken voor een rondrit over het eiland om allerlei kruiden en specerijen, die we thuis in een zakje van Silvo hebben zitten, in hun natuurlijke vorm te gaan bekijken. Dat is soms heel verrassend en erg lekker om te ruiken en te proeven. Vooral verse kaneel (wat eigenlijk een stuk boomschors is) ruikt heerlijk maar ook vanille, pepertjes, nootmuskaat, gember, citroengras, kruidnagel en kokosnoot zijn heel herkenbaar en ruiken en smaken erg lekker. ’s Middags hebben we Stone Town verkend en zijn we op zoek gegaan naar het geboortehuis van Freddie Mercury. We hebben het huis gevonden maar echt spectaculair was het niet. Het huis was nu een dure winkel en er bestaan twijfels over wat nou het echte geboortehuis is. Stone Town is verder een leuk stadje met heel veel souvenir winkeltjes.
Op dolfijnensafari
Op onze laatste volledige vakantiedag hebben we een dolfijnsafari gemaakt. Dit keer was de kans om ze te zien wel iets kleiner dan vorig jaar in Mexico omdat we ze nu in het wild gingen opzoeken maar het was er niet minder mooi om. Toen we na een half uurtje varen de eerste dolfijnen zagen en het water inkonden met onze duikbril en snorkels zwommen er gelijk 2 vlak naast ons en onder ons door, geweldig zeg!! De 4 volgende snorkelsessies waren iets minder succesvol maar toch hebben we er erg van genoten. Op de weg terug naar Stone Town zijn we nog gestopt in een bos waar een troep apen voorkomt die je echt tot op een paar meter kan benaderen.
De Reis naar huis…..
De reis naar huis was ook weer erg spannend. We hebben eerst een paar uur op een vliegveld gezeten zonder elektriciteit omdat ze geen geld hadden voor brandstof voor de generator. Toen kregen we te horen dat de vertraging zo groot was dat we onze overstap in Kenia zouden missen. En na een extra overnachting in Nairobi waren we uiteindelijk 12 uur later dan gepland weer thuis.
Reacties