pagina 1
In 2005 zijn Suzanne en ik weer ver weg op vakantie geweest. Dit keer was de keus op Tanzania gevallen en wel omdat we erg graag de Ngorongoro-krater en de Serengeti wilden zien. Voor degene die bij topografie vroeger op school niet goed hebben opgelet, Tanzania ligt in Oost-Afrika ter hoogte van de evenaar
We zijn onze reis begonnen in het noorden van Tanzania in de grote nationale wild- en natuurparken. Gelijk al op de tweede dag reden we naar Tarangire N.P. Op zich niet een groot en bekend park maar het was er wel heel erg mooi. Een voordeel van een “klein” en onbekend park is dat je er ook niet veel andere toeristen tegenkomt. In Tarangire N.P. hebben we wild gekampeerd. Dus gewoon onze tentjes opzetten terwijl er 100 meter verderop een giraf naar ons stond te kijken.
We hebben deze eerste 2 dagen in Tarangire al aardig wat wild gezien. Veel impala’s, giraffen, bavianen en vogels. In de verte een kudde buffels,
1 mannetjesolifant, een paar wrattenzwijnen en twee leeuwen. Buiten alle dieren die we gezien hebben was dit park ook qua natuur erg mooi. Vooral bij het prachtige licht aan het eind van de middag.
Vanaf dit park zijn we via het stadje (dat muskieten kreek betekend) de echte wildernis ingegaan. De wegen die we af moesten leggen bestonden soms uit niet meer dan een paar bandensporen. Wat ook opvalt is de enorme leegte daar. Je kan uren rondrijden zonder iemand tegen te komen en dan ineens is er toch een dorpje. In een van die dorpjes hebben we op dag 4 overnacht op een camping. In de ochtend hebben we nog een stukje gewandeld en hebben we een bezoek gebracht aan een school. Op die school wordt les gegeven aan 840 !! kinderen. En dat terwijl er maar 14 leraren en 10 klaslokalen zijn. Omdat de kinderen vanuit de wijde omgeving komen (en die omgeving is behoorlijk wijd) blijven veel kinderen op school slapen en eigenlijk is die school weer een dorpje op zich.
Erg leuk is ook dat de kinderen engels leren en dat je toch een beetje kan praten met ze. Niet dat ze al heel veel verder komen dan “Hello, what is your name” en “My name is Salim” maar toch.
Net als vorig jaar in Guatemala vonden ook hier de kinderen het geweldig om zichzelf terug te zien op het schermpje van de digitale camera. We hebben dan ook heel veel leuke foto’s kunnen maken.
Toen iedereen uitgekletst en gefotografeerd was zijn we vertrokken voor een rit van ongeveer 70 kilometer. Qua afstand stelt dat natuurlijk niks voor maar toch hadden we 5 uur nodig om die afstand te overbruggen. Bovendien was het een prachtige route. Er was in dat gebied helemaal niets. Het was gewoon een grote lege vlakte met hier en daar wat kleine (en vaak niet meer actieve) vulkanen. Het hoogtepunt van die “lange” rit was toen we gingen lunchen aan de rand van een krater.
Samen met een medereisgenoot ben ik naar de top van die krater gewandeld. Bovenop hebben we staan genieten van de stilte en het werkelijk prachtige uitzicht. Bergen, vulkanen, kraters en eindeloze gele vlaktes. Het was echt onbeschrijfelijk mooi. Ik heb er wel wat foto’s gemaakt maar het is toch niet echt mogelijk om al die schoonheid daarmee vast te leggen. Als je daar zo staat met al dit moois aan je voeten dan besef je pas hoe nietig wij mensen eigenlijk zijn en voel je je opeens heel klein maar wel heel gelukkig.
Na 5 uur rijden komen we bij de rand van de krater van een vulkaan.
Bovenop hebben we staan genieten van de stilte en het werkelijk prachtige uitzicht
Reacties