KAAS
'Allemachtig, wat een stank', moppert mijn lief, terwijl hij snel de deur van de koelkast
dicht klapt.
'Zijn dat je sokken?, vraag ik onder de indruk.
'Nee, die ruiken naar pepermuntjes, dat weet je toch', reageert hij lachend.
Maar de geur die er nu bij ons uit de koelkast komt, lijkt wel verdacht veel op die van het
stuk kaas dat we lang geleden in Kopenhagen op de kop tikten. In mijn herinnering
smaakt ie nog net zo voortreffelijk, maar stinkt ie ook nog net zo vreselijk als toen.
Noodgedwongen bewaren we dit stuk kaas bij de gasfles op het achterschip, zo ver
mogelijk uit de buurt van de kajuit. Het allerlaatste stukje kaas sealen we tenslotte
zorgvuldig dicht voor we het met plastic handschoenen aan in de afvalbak dumpen. Dan
nemen we afscheid van de havenmeester, de kroegjes aan Nyhavn en de karakteristieke
groenkoperen torens van de stad. Als we langs de kleine zeemeermin de haven uit zeilen en
ik haar een laatste kushandje toewerp, zie ik haar zachtjes zwaaien met haar vissenstaart:
'Farwel og pâ gensyn'.
Heel veel sterkte Simone en Martijn met dit grote verlies.